Ongetwijfeld een van de hoogste claims ooit voor gebruik van een look-alike werd eind maart 2016 door Pele ingediend tegen Samsung bij de rechtbank van Chicago.
Samsung vroeg de 75-jarige Braziliaanse voetballegende uit de 50-er en 60-er jaren van de vorige eeuw om zijn portret te lenen voor een advertentie voor een Samsung Ultra HD TV. Partijen konden het echter niet eens worden over de voorwaarden. Dus ging Samsung op zoek naar een alternatief. Dat werd gevonden in een look-alike. En om de suggestie van Pele nog te versterken werd op het scherm van de afgebeelde tv een voetballer getoond met het voor Pele zo kenmerkende schaar-schot. De advertentie verscheen in oktober 2015 in the New York Times.
Sinds Pele niet meer voetbalt, verdient hij zijn brood door zijn naam en portret te verbinden aan producten en diensten. Hij verzilvert zijn populariteit nog altijd en heeft bijvoorbeeld afspraken met Volkswagen, P&G en Emirates. Hij stelt dan ook dat hem hiermee schade wordt aangedaan. Bovendien wekt de advertentie de indruk dat hij Samsung steunt, wat dus niet zo is, waardoor de consument wordt misleid.
Vergelijkbare cases uit de Nederlandse reclame geschiedenis zijn de zaak van Sylvia Millecam tegen Escom en van Gert Jan Dröge tegen Vrumona. Ten aanzien van Sylvia oordeelde de rechter dat sprake was van toeval. In het geval van de heer Dröge ging het om een sound-alike, waarvan de rechter oordeelde dat het geaffecteerde gemaakt deftige spraakgebruik niet door Dröge geclaimd kon worden. Volgens de rechter werd zelfs niet de indruk gewekt dat Dröge de spreker was. En dat ondanks het feit dat hij zijn stem had geleend aan eerdere versies voor dezelfde frisdrank. Mogelijk vond de rechter in dit geval dat Dröge overvraagd had en nu dus maar gewoon op de blaren moest zitten.
De kans dat de rechter in Chicago tot een soortgelijk oordeel komt lijkt niet te verwachten. En dat zeker niet nu diens advocaat in een vergelijkbare zaak voor Michael Jordan $ 9 mio binnenhaalde.